Esther richtte een school op in Mexico
Esther van de Vosse richtte een NTC-school op in Mexico. Dat was veel werk, maar Esther kreeg als secretaris tijdens de oprichtingsfase veel steun van NOB. In 2019 kon NTC-school De Sprinkhaan de deuren openen. Lees hier waar zij vooral tegenaan liep en hoe ze dat oploste.
Esther: “Ik ben in Mexico terechtgekomen doordat mijn partner hier een baan aangeboden kreeg. Sinds ik in Mexico woon, werk ik als freelance medisch schrijver en redacteur. Daarvoor was ik wetenschappelijk onderzoeker bij een universitair medisch centrum in Nederland."
Je woont aan de andere kant van de wereld en zit niet in het Nederlandse onderwijsveld. Hoe raak je dan betrokken bij de oprichting van een compleet nieuwe Nederlandse school?
“Ik wilde naast mijn werk vanuit huis graag iets doen waarbij ik meer mensen zou ontmoeten. In Nederland was ik actief als vrijwilliger binnen een vereniging (onder andere als bestuurslid) en ik vond dat erg leuk om te doen. Toen zag ik een oproep op Facebook voor mensen die wilden helpen bij de - nog op te richten - Nederlandse school in Mexico. Ik dacht aan een functie als voorleesmoeder, maar dat werd bestuurslid (secretaris). De grootste uitdaging van dit werk was het schrijven van allerlei documenten, zoals een oprichtingsplan, schoolgids en schoolplan. Vooral de hoeveelheid werk was lastig. Gelukkig heb ik als secretaris – vooral tijdens de oprichtingsfase – veel steun gehad van NOB. We hebben via mail en Skype veel overlegd en de organisatie was altijd bereikbaar om vragen te beantwoorden. Zonder NOB zal het moeilijk zijn een NTC-school op te richten, ze bieden zoveel ondersteuning.”
Al dat harde werken werpt zijn vruchten af. Inmiddels staat er een kwalitatieve NTC-school in Mexico, met maar liefst 40 leerlingen. Een vrij fors aantal voor een NTC-school die net begonnen is.
“Onze school biedt naast Nederlandse Taal- en Cultuurles voor kinderen van lagere schoolleeftijd voorschoolse les voor peuters aan. Voor ongeveer de helft van hen is Nederlands de tweede taal, waardoor ze vergeleken met leeftijdgenoten in Nederland enigszins achterlopen met lezen en schrijven. Een kwart van de kinderen heeft het Nederlands met de paplepel ingegoten gekregen, vooral kinderen die ook in Nederland of Vlaanderen op school hebben gezeten en/of twee Nederlandstalige ouders hebben. Door een historisch gebrek aan Nederlands onderwijs voor kinderen in Mexico is Nederlands voor ongeveer een kwart van de kinderen (vrijwel) een vreemde taal. Die kinderen zijn dit jaar gelukkig met sprongen vooruitgegaan.
De kleinschaligheid van het onderwijs is belangrijk. We hebben klassen die variëren van zes tot twaalf kinderen, wat ideaal is voor het goed leren van een taal. Er is op deze manier veel aandacht voor de individu. Een bijkomend voordeel is dat de kinderen ook andere kinderen leren kennen met een Nederlandse of Vlaamse achtergrond. Tijdens de cultuurdagen en andere evenementen hebben ze daardoor vriendjes en vriendinnetjes om mee te spelen. Dat maakt het voor hen aantrekkelijker om deel te nemen aan activiteiten.”
Voor een groot deel van de leerlingen is het een flinke uitdaging om Nederlands te leren naast het volgen van onderwijs op de lokale of internationale dagschool. Waarom is het volgen van NTC-lessen zo belangrijk voor de kinderen?
“Het is heel waardevol om meerdere talen te kunnen spreken, maar de taal leren van het land waar - een deel van - je wortels liggen, is extra belangrijk. Het biedt kinderen de mogelijkheid met hun familieleden te communiceren en, nog belangrijker, het geeft ze de kans om later in Nederland of Vlaanderen te studeren. Als je geen onderwijs in de moedertaal biedt, ontneem je de kinderen allerlei kansen in de toekomst. Ik zie dat ook bij mijn eigen kind, dat tweetalig is opgevoed. Daarnaast krijgen de leerlingen via de school een stukje Nederland of Vlaanderen mee. Ik kom oorspronkelijk uit Leiden en draag veel mooie herinneringen bij me. Het is belangrijk om dat mee te geven aan de leerlingen. We laten ze vooral zien dat Nederland en Vlaanderen heel mooi, welvarend, en boven alles vrij zijn. Dat biedt zekerheid. Ze mogen er best trots op zijn dat hun wortels daar liggen.”
Wat mag volgens jou nooit veranderen aan Nederlands onderwijs in het buitenland?
“De steun en de subsidie van NOB zijn essentieel. Met behulp van NOB houden we de lat hoog en zonder de subsidie is NTC-onderwijs voor de meeste ouders financieel niet haalbaar. Ik wens toekomstige Nederlanders in het buitenland een plek met een goede NTC-school toe. En als er geen is, richt er dan zelf een op! Je kinderen zullen er veel profijt van hebben.”